Ik droomde dat ik een personeelschef en z’n assistente vertelde dat ze tot hier keken en hield toen m’n hand op 30 cm afstand van m’n ogen, ik zei dat ze niet zien. Ze begrepen me niet. Ik vertel van Vernon Howard die werd gevraagd wat het verschil was tussen een gewone mens en een verlichte. Vernon zei:’De gewone mens denkt, de verlichte ziet’. De assistente dacht dat ze me begreep en ging met Finland bellen om een reis te boeken. Ik zei toen dat het er niet om ging om andere gebieden te bekijken, maar met andere ogen te kijken en te zien. Ze lachtte wat schaapachtig. Ik had het over ogen van verwondering en dankbaarheid en deed m’n best om de boodschap over te brengen. Ik zei dat we van de ander een beeld maken en hem of haar daarin vastzetten, dat we dan zeggen dat we hem of haar kennen, alsof we het oneindige kunnen kennen!.

Als ik aan deze droom denk denk ik: De Boeddha zei:maak van mij geen beeld en kijk eens hoeveel boeddhabeelden er zijn!. Ook in de Bijbel staat:’Maak je van Mij geen beeld’. We maken beelden en houden daaraan vast. Toen ik na m’n crisis weer op m’n werk kwam zei een collega:’Zo Henny alweer de oude’, ook hij wilde me weer in het oude beeld hebben, ik zei:’Nee, ik ben niet meer de oude en wil dat ook nooit meer worden, ik ben nu steeds weer nieuw’. M’n collega schudde z’n hood in onbegrip, hij snapte daat niets van. Nietzsche zei dat de mensen je niets zozeer kwalijk nemen dan dat ze hun beeld ten aanzien van jou moeten veranderen.

Het lied Amazing grace kent de tekst:’Once I was blind, but now I see’. Ik weet van mezelf dat ik ook nog niet echt zie, ik zie al wel veel meer dan vroeger. In de droom wijs ik de ander op een ‘gebrek’, iets dat ik in het dagelijkse leven niet snel zal doen. Misschien zegt de droom wel dat ik dat wel moet doen. M’n vriend Gerrit Jansen, de numeroloog had het over ‘gepaste arrogantie’ die me wel goed zou doen. In de droom zeg ik goede dingen, die waar zijn, alleen stuit ik op onbegrip, vooral de assistente die meteen gaat denken dat ze wat moet doen in plaats van te zijn. Het kwartje kan ook later nog vallen moet ik maar denken.

Een van de zeldzame gevallen dat ik de ander wees op een ‘gebrek’ was bij een collega die zei dat hij bij een psycholoog in behandeling was, ik vertelde hem dat hij veel meer gevoel in zich had dan hij toeliet, dat hij zich door z’n denken liet domineren, dat geluk een gevoel is, hij snapte me niet. Een jaar later kom ik die collega weer tegen en hij herhaalde m’n woorden van een jaar geleden en zei:’Het kwartje is nu gevallen, je had gelijk’. Hij was me dankbaar voor m’n aandacht en de droom kan me erop attenderen dat ik dit dus vaker moet doen ondanks onbegrip dat er eerst kan zijn.