In een codependente wereld vraagt iedereen zich af wat ‘men’ over hen denkt, zich niet realiserend dat ‘men’ veel te druk is met zich af te vragen hoe men over hen denkt.

‘Men’ heeft zich eenmaal een beeld van je gevormd ondanks het feit dat de Bijbel zegt maak je van mij geen beeld, we doen niet anders en houden eraan vast. Nietzsche zag dat heel scherp toen hij zei:’Niets neemt men je zozeer kwalijk dan dat men zijn beeld ten aanzien van jou moet veranderen’. Ik ondervond dat aan den lijve toen ik na m’n crisis weer op m‘n werk verscheen. Een collega zei hoopvol tegen me:’Zo, alweer de oude Henny?!’. Ik zei:’Nee, en dat wil ik ook nooit meer worden, ik ben nu de nieuwe Henny’. Hij begreep er niks van en haalde z’n schouders onverschillig op in plaats van te informeren wat er nu nieuw was.

In een codependente wereld kijkt iedereen naar iedereen, zonder echt te zien. Mensen gaan af op het oordeel van de ander over hen, van anderen die ook niet weten wie  ze zijn. Het is gewoon te gek voor woorden. Als er dan eens een ziener, een wijze opstaat wordt z’n oordeel geridiculiseerd, belachelijk gemaakt, afgewezen en genegeerd en zo houdt men de ziekte in stand. En ondertussen maar denken dat een ander, een toekomstige partner je gelukkig zal maken en je zal bevrijden uit je ellendige situatie, arme ander..arme jij…

In de codependente wereld zijn we zo verknocht aan ons drama dat we het voor niets willen ruilen. Het doet me denken aan het verhaal van de gevangenen in de Bastille, de gevangenis tijdens de Franse revolutie. Daar zaten gevangenen al tientallen jaren in ketenen en ze werden nu bevrijd door de revolutionairen, ze waren daar echter helemaal niet blij mee en wilden terug naar de gevangenis, omdat ze niet konden slapen zonder kun ketenen. Codependenten ketenen elkaar ook en willen ook niets anders omdat ze er zo aan gewend zijn geraakt.