Het ontkennen van de realiteit is een codependente trek. Het vluchten in een illusie, een leugen krijgt dan de voorkeur.

Ontkenners noemen hun situatie gewoon en normaal en doen dus niks. Maslow zei:’ Wat de mensen normaal noemen is de psychopathologie van de gemiddelde mens’. Wie helemaal normaal is is niet helemaal normaal.

Ik sprak een vrouw die ik Carla zal noemen. Ik merkte aan haar dat ze niet zo lief was voor haar innerlijke kind, een typische codependente trek. Ik vroeg Carla hoe haar gezin was waarin ze opgroeide. Ze zei: ‘O ik ben in een heel gelukkig gezin opgegroeid, m’n ouders waren heel liefdevol’. Ik geloofde haar niet en verdacht haar ervan in de ontkenning te zitten van de nare realiteit en vroeg dus door: ‘Hoe was je vader dan voor je’ vroeg ik. ‘M’n vader die was er nooit’ zei ze doodleuk. Toen wist ik meteen hoe het zat en zei haar dat ze zo ook haar innerlijke kind in de steek liet net zoals haar vader haar in de steek had gelaten.

Er is een verhaal van een meester die vertelde over de ellendige toestand van een leerling zonder zijn naam te noemen. Toen de meester uitgesproken was zei deze leerling: ‘Wat ben ik blij dat u het niet over mij hebt, degeen die u beschrijft is er ellendig aan toe’ Zo zitten velen van ons ook in de ontkenning en zo slecht kennen we onszelf.

Nancy Groom somt een aantal consequenties op van ontkenning, ze noemt:

-spitituele steriliteit

-verlies van authenticiteit

-afwezigheid van intimiteit

Ik voeg daar nog aan toe:

-vervreemding van je ware zelf

-een grote blokkade op zelfkennis en zelfreflectie

-verdringing van je woede

Nancy Groom schrijft: ‘Een vriendin van mij vroeg me: ‘Hoe lang denk je dat mijn man een vreemde voor me is geweest’. Ik antwoordde:’Hij is altijd een vreemde voor zichzelf geweest, voor z’n  drijfveren, emoties en behoeften, hoe kan hij zichzelf aan je openbaren als hij niet eens weet wie hijzelf is!’. Het is onmogelijk te delen wat je niet weet en niet kent. Totdat we uitreiken naar onze pijn en vreugde kunnen we ons niet inleven in de pijn en vreugde van de ander.

Velen van ons ontkennen dat we spirituele wezens zijn met een menselijke ervaring en dat houdt de codependentie in stand.

Ingeborg Bosch heeft het over de afweer van oude pijn die ze ‘Ontkenning van behoeften’ noemt. De moeilijkst te overwinnen afweer omdat je dan zegt dat er met jou niets aan de hand is. Je bent volmaakt onvolmaakt en er is dus altijd wat aan de hand!.

Ontkenning is een daad van geweld naar jezelf, je wordt dan je eigen vijand(zie woede naar je zelf, je eigen vijand zijn). Nietzsche zei al: ‘Hoeveel waarheid kan een mens verdragen, aan hoeveel waarheid waagt hij zich’ De waarheid maakt veel mensen woedend, ze willen er niks van weten want het is een bedreiging voor hun geïdealiseerde zelfbeeld dat ze koste wat kost in stand willen houden.

Let maar een op hoe snel mensen uitverdedigen met ja maar(nee dus) en dan ontkennen wat je tegen ze zei over hunzelf. We zien wel de splinter in het oog van de ander maar niet de balk in ons eigen oog zegt de Bijbel.

Je kunt geen meesterschap verwerven over de dingen die je niet wilt kennen en niet kent, je blijft dan een slaaf, een slachtoffer en een robotje, geprogrammeerd door anderen.

In het disfunctionele gezin waarin de codependent opgroeide is nooit sprake geweest van een hechte emotionele band tussen ouders en kinderen, daardoor zijn de kinderen gaan denken dat een emotionele band niet bestaat en ontkennen ze die dus en daarmee ontkennen ze ook elke intimniteit en kunnen ze ook geen emotionele verbinding aangaan met een ander. Ze hebben een verwrongen beeld van God, zichzelf en de ander die ze voor de waarheid houden, met alle desastreuse gevolgen van dien. Ze ontkennen dus ook de liefde in henzelf, die liefde die ze in essentie zijn, een soort geestelijke zelfmoord is het dus. Echte verbindingen kennen ze niet en ontkennen ze dus

In codependentie is er alleen gebondenheid, in interdependentie is er sprake van verbondenheid met God, zichzelf  en de ander.

Codependenten ontkennen hun reële zelf en creëren een vals, onecht zelf om te overleven. De ervaringen van het reële zelf zijn te pijnlijk voor ze, dus ontvluchten ze dat. Het reële zelf wordt in het disfunctionele gezin misbruikt, genegeerd, gekleineerd, etc dus leert de codependent als kind dat z’n reële zelf niet oké is en creëert dan het valse zelf ofwel een ego en leeft voortdurend in angst dat dat valse zelf wordt doorgeprikt en ze worden onmaskerd.

Ze houden zich erg in uit angst dat de ander er achter komt hoe ze echt zijn, er is dus geen initimiteit maar afstandelijkheid en geen kans op een gezonde en goede relatie met iemand anders en zichzelf. Er is angst in plaats van liefde. Als ze hun ware zelf zouden ontdekken zouden ze merken dat dat Liefde is die ze kunnen delen, geven en ontvangen en dat is interdependentie.