Niveaus van communicatie

In communicatie onderscheid ik 8 niveaus, te weten:

-1- het beleefdheidsniveau

-2- de fatische communicatie

-3- communicatie over anderen/roddel

-4- communicatie over drama

-5- communicatie over ideeën, opinies en oordelen

-6- communicatie van gevoelens

-7- metacommunicatie

-8- spirituele/essentiële communicatie

 

Ad.-1- het beleefdheidsniveau:

Dat is ‘hoe gaat het met u’ zeggen uit beleefdheid in plaats van echt geïnteresseerd te zijn, de ander voelt dit meestal ook wel aan en antwoordt dan kort met ‘goed hoor’. Ook: ‘Ik zal je binnenkort bellen’ en het dan niet doen is een beleefdheidsvorm. De beleefdheid is de meest afstandelijke vorm van communicatie

Ad.-2- de fatische communicatie:

Deze communicatie gaat nergens over, het is babbelen, praten zonder wat te zeggen. Paul Simon zingt in ‘The sound of silence’: ‘People talking without speaking, people hearing without listening’. Dan is het communiceren uit angst voor de stilte. Je hebt er niks aan het is alleen bedoeld om de tijd te doden in plaats van te leven.

Ad.-3- communicatie over anderen/roddel:

Over anderen praten is een geliefd onderwerp, dan hoef je jezelf niet bloot te geven, niet te openbaren, het is veilig om over anderen te praten wat ze gedaan hebben en nagelaten hebben en fout doen, etc. Het kan gemakkelijk roddel worden, waarin we de ander in een kwaad daglicht stellen om daardoor zelf juist goed te lijken.

Ad.-4- communicatie over drama:

Drama trekt het meeste publiek. Onderzocht is dat de meeste mensen 95% van hun tijd, dus ook communicatie, besteden aan drama en slechts 5% aan essentie en ik denk dat die 5% nog aan de hoge kant is. Een vriend zei: ‘Mijn leven is een groot drama en wat geniet ik daar toch van’. De meeste mensen beperken zich tot deze eerste 4 niveaus van communicatie.

Ad. -5- communicatie over ideeën, opinies en oordelen:

Als je met je ideeën en opinies naar voren komt is er al enigszins sprake van echte communicatie, is er informatie-uitwisseling, deel je iets van jezelf, alleen hoop je vaak dat de ander met je instemt en als dat niet zo is schakel je over op een ander onderwerp of niveau om echte diepgang te vermijden. Als je de instemming van de ander nodig hebt, ben je niet zo zeker van je zaak. Met je oordeel zondig je tegen de NIVEA-regel, ofwel Niet-Invullen-Voor-Een-Ander. Je doet dat dan wel en matigt je aan dat je kunt weten hoe de ander is…

Ad. -6- communicatie van gevoelens:

Gevoelens mededelen is een nog echtere vorm van communicatie, eerlijk durven zijn over wat je voelt en dat uiten, daar is moed voor nodig. Het brengt je meer tot elkaar, je leert elkaar er beter door kennen en hopelijk ook accepteren in plaats van afwijzen. Als je je gevoelens niet wilt voelen en er niet over praat, er geen melding van maakt is de kans groot dat je ze gaat afreageren op anderen

Ad. -7- metacommunicatie:

Dit is communicatie over de communicatie, een evaluerend gesprek over hoe de communicatie bevalt en verloopt, zie m’n artikel daarover

Ad. -8- spirituele/essentiële communicatie:

Spiritueel wordt de communicatie als je volledig open bent en eerlijk en bereid bent van jezelf, je wezen te delen en openbaren en bereid bent om echt actief te luisteren. Dat je je onthoudt van oordelen en je best doet om de ander te begrijpen. Inayat Khan zei: ‘Alles begrijpen, doet alles liefhebben’. De hoogste spirituele ervaring is de onvoorwaardelijke Liefde. God is liefde.

Bij spirituele communicatie kun je schakelen tussen alle niveaus van communicatie en ben je je daarvan bewust. Je bent in staat om gewoon even een praatje te maken voor het sociale contact en de diepgang te zoeken van de essentie, je bent flexibel

Je leert pas echt over jezelf en in de mate waarin je bereid bent om over je wezen te communiceren met anderen. Ik leerde dat in gesprekken met vrienden en de gespreksgroep Attitudinal healing. Ik leerde de formule ‘share-check-share’, ofwel deel van je wezen check dan of het veilig is en er echt geluisterd wordt en deel dan meer.

Bron: Boek ‘Communicatie’ – Henny Bos (verschijnt juni 2012)

 

 

 

 

 

 

Waarom ben ik bang om jou te vertellen wie ik ben?

Ik lees nu het 112e boek over codependency, te weten:

‘Why am I afraid to tell you who I am?’ van John Powell, een geweldig boek weer en ik kom weer tot nieuwe inzichten, het is ongelofelijk. Hij schrijft ‘Niemand van ons wil een fraudeur, oplichter zijn of in een leugen leven, niemand van ons wil namaak zijn, een imitatie of een nepper zijn. Maar de angst die we ervaren en de risico’s die eerlijke zelf-communicatie inhouden zijn zo intens dat we onze toevlucht zoeken tot onze rollen, maskers en spelletjes en dat dat een natuurlijk gedrag voor ons is’.

Kortom: we willen eerlijk zijn maar doen dat niet uit angst voor afwijzing, angst belachelijk gemaakt te worden en zo spelen we onze rollen als codependent. Shakespeare had het al over het feit dat we allemaal onze rol spelen op het levenstoneel en zo is het.

Het antwoord van de codependent op de vraag: ‘Waarom ben ik bang om jou te vertellen wie ik ben?’ is: ‘Omdat als ik je vertel wie ik ben, je me niet zult mogen en afwijzen en ik ben alles wat ik heb’. Lao tse zei: ‘Als je je teveel aantrekt van de mening van anderen, blijf je je leven lang hun gevangene’, ook Lao tse wist al van codependentie.

Ik leer nu weer bij door dit 112e boek over codependency te lezen en ik denk dat ik de enige ben in Nederland die meer dan 200 boeken over codependency en aanverwante onderwerpen heeft gekocht, een investering van meer dan 3000 euro!. Het is een investering in mezelf, waar u uw voordeel mee kunt doen. De Boeddha zei: ‘Geluk komt tot je als je werk en woorden ten goede komen aan jezelf en aan anderen’ en zo ervaar ik het ook.

Don Miguel Ruiz zei: ‘Vat niets persoonlijk op’. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wat anderen over je zeggen is vaak geen zuivere en heldere waarneming maar een positieve of negatieve projectie. Een uitspraak is: ‘Zelfs de ergste dingen die mensen over je zeggen bevatten en kern van waarheid…namelijk over hen!’.

Als de ander je stemming bepaalt, ben je z’n codependente slaaf en geen interdependente meester die zijn eigen intrinsieke spirituele eigenwaarde heeft.

Nee leren zeggen

Van codependenten is bekend dat ze moeite hebben met nee zeggen. ze voelen zich dan schuldig en tekortschieten en egoïstisch en dat voelt niet goed voor ze.

Ik nodigde een vrouw, die veel codependente trekken heeft, uit voor een gespreksgroep over codependentie, ik zal haar Carla noemen. Carla reageerde enthousiast en wilde dolgraag komen. Een avond voor de bijeenkomst belt ze echt af omdat haar zoon haar heeft gevraagd op de kleinkinderen te passen en ze geen nee durfde te zeggen, ze ontzegde zichzelf zo een kans voor een stap naar heling van ‘r codependentie, ze vond de behoefte van haar zoon belangrijker dan haar eigen behoefte, ook typisch voor codependenten.

Ik zeg ook nog wel eens ja als ik nee bedoel en heb er dan achteraf spijt van. Nee kunnen zeggen betekent dat je inziet dat een vraag geen vraag maar een eis is als je geen nee mag zeggen.

Krishnamurti zei dat verlichting betekent dat je overal nee tegen zegt. Dat gaat mij wat te ver een ja tegen dingen en mensen die je helpen in je persoonlijke groei en ontwikkeling lijkt me op z’n plaats. In India kennen ze neti neti, niet dit, niet dat. Een grap is:’Hoe noemen ze een codependent die nee kan zeggen zonder zich schuldig te voelen?’ . Antwoord: ‘Gezond?!’ Verloochen jezelf niet door ja te zeggen omdat je bang bent dat mensen boos op je zullen worden of zullen afwijzen als je nee zegt. Mensen die je nee niet kunnen accepteren zijn je aandacht niet waard.

Let maar eens op wat tot dusver je nee en je ja heeft gehad in je leven.

Ik zei op 14 jarige leeftijd nee tegen de Gereformeerde kerk, omdat ik het een gedeformeerde kerk vond met mensen die denken dat zij het enige ware geloof hebben en alleen in de hemel komen, niet mijn kerk dus. Het heeft me lange tijd gekost om me van het Gereformeerde gedachtengoed te bevrijden.

Na m’n crisis zei ik nee tegen m’n vrouw en wilde scheiden, een van de beste beslissingen in m’n leven, een bevrijding was het.

Ik zei ja tegen de makelaar toen ik het huis zag waar ik nu woon. Ik zei tegen de makelaar:’Nu ga ik in uw ogen iets heel doms zeggen en dat is dat ik het voor de gevraagde prijs wil hebben en geen risico wil lopen dat het afknapt en aan m’n neus voorbijgaat’. De energie in m’n huis is heel harmonieus, vredig en liefdevol, elk huis heeft z’n energie als je bereid bent dat te voelen.

Breng je nee’s en ja’s maar eens in kaart en kijk of je het nu weer zo zou doen, een interessante oefening.

God ontmoeten

M’n vriend Peter Jan zei dat als God bestond hij heel kwaad op God zou zijn(hij bedoelt op het beeld dat hij van God heeft gemaakt) ‘Maar ja’ zei Peter Jan ‘God bestaat niet dat is wel zeker’. Ik zei toen:’M’n conclusie is dan dat jij jezelf niet kent en boos bent op jezelf’ ‘Hoezo’ zei hij niet begrijpend. Ik zei:’Je hebt me zelf het verhaal verteld van de koning die God wilde ontmoeten, ik zal je dat verhaal terugvertellen, want je hebt het vergeten en zeker niet goed begrepen, anders zou je anders praten’.

De koning wilde God ontmoeten en plaatste een advertentie in de krant wie hem daarbij kon helpen. Hij kreeg daar geen enkele reactie op, want wie houdt zich daar nu mee bezig. Na lang zoeken vond hij een meester in India die hem kon helpen. Hij reisde af naar India en ontmoette de meester die hem vroeg: ‘Wie bent U?’ ‘Ik ben de koning’, zei de koning’. ‘Ja, dat is uw maatschappelijke rol, maar wie bent u?’ zei de meester. ‘Ik ben getrouwd en heb twee kinderen’ zei de koning. ‘Dat is uw sociale rol, maar wie bent u?’ sprak de wijze. ‘Ik ben gefortuneerd en rijk’ sprak de koning. ‘Ja dat is je financiële situatie, maar u bent uw geld niet, wie bent u’ zei de wijze. ‘Ik weet het niet’ zei de koning, waarop de meester antwoordde:’Weet eerst wie u bent  en dan zult u God ontmoeten’ Ik voegde er aan toe dat om te weten wie je bent je eerst moet sterven, sterven aan je ego. De Bijbel zegt:’De levenden zullen God niet zien’. Goethe zei: ‘Stirb und werde’. Na m’n crisis in 1992 begreep ik die woorden van Goethe pas, want ik was in 1992 zelf ook gestorven en opnieuw geboren. Johannes Tauler zei: ‘De pijnen van de crisis zijn de weeën van God’s geboorte in je’ en zo heb ik het ervaren vertelde ik Peter Jan. Toen ik dit allemaal vertelde zei Peter Jan niets meer, hij wist niet hoe hij hierop moest antwoorden

Een ander verhaal is dat van een geleerde die niet in God geloofde en daarover in discussie wilde met een wijze. De wijze zei echter alleen maar:’Kijk in m’n ogen’, verder geen enkel argument, de geleerde wist niet zo goed wat hij hiermee aanmoest en was gewend om te debatteren en nu overkwam hem dit, hij keek maar hem viel niks op, waarop de wijze zei:’Als je God niet in m’n ogen ziet zul je Hem nergens vinden en niet ontmoeten. Vernon Howard werd gevraagd wat het verschil is tussen een verlichte en een gemiddelde mens, hij zei: ‘De verlichte ziet en de gemiddelde mens denkt’…

Om God te kunnen ontmoeten, moet jij eerst verdwijnen. Vernon Howard was het weer die zei dat jij het grootste probleem bent dat je in je leven tegenkomt. Je ego belemmert de ontmoeting met God, omdat hij het beter denkt te weten en maakt zelf goden naar zijn beeld, zoals Peter Jan deed die kwaad was op zijn beeld van God en dus op zichzelf.

Een ander verhaal is van een koning die een narrenstaf gaf aan z’n nar omdat z’n nar altijd de waarheid sprak en dat vond de koning heel dwaas. De koning zei:’Je mag deze narrenstaf doorgeven aan iemand die nog dwazer is dan jij bent’. Toe de koning op sterven lag riep hij de nar bij zich omdat hij behoefte had aan eerlijke antwoorden. De koning zei:’Ik vertrek binnenkort naar een ander land’ ‘Heeft u daar al informatie over ingewonnen’ zei de nar. ‘Nee’ zei de koning.’heeft u zich op e.e.a. voorbereid o.a op een mogelijke ontmoeting met God’ vroeg de nar. ‘Nee’ zei de koning. ‘In dat geval geef ik u de narrenstaf, want dan bent u nog dwazer dan ik.

Een monnik zei tegen een andere monnik;’Je krijg van mij 1 sinaasappel als je me vertelt waar God is’. De ander antwoordde:’Je krijgt van mij 2 sinaasappels als je me kunt vertellen waar God niet is’…..

Jezus zei: ‘De Vader en ik zijn één’, dan is er geen dualiteit en ben je verbonden met het grote geheel, één met de kosmos, het universum, is er geen kwaadheid of conflict, maar liefde, vrede en harmonie…

Bron: Boek “Levensinspiraties” – Henny Bos (verschijnt najaar 2012)

Hoe zal ik mij vandaag voelen?

Een codependent grapje is dat van een codependente vrouw die ‘s ochtends naast haar man wakker wordt en hem vraagt: ‘Hoe zal ik mij vandaag voelen?’…

Een voorbeeld van interdependentie en vrijheid is dat van een man die met een vriend een krant ging kopen bij een kiosk. De man van de kiosk deed heel nors en chagrijnig en de man zegt hem vriendelijke goeiendag en wenst hem een fijne dag. De vriend vraagt:’ Doet die man van de kiosk altijd zo naar tegen je?’ ‘Meestal wel’ antwoordt de man. ‘Waarom ben je dan zo vriendelijk tegen hem?’ vraagt de vriend. De interdependente man zegt: ‘Omdat ik m’n stemming en attitude niet door die man of wie dan ook laat bepalen’

Hoevelen van ons laten hun gevoel en stemming wel niet bepalen door anderen?. Pas als de ander vriendelijk en aardig is zijn wij het ook. Onderzocht is dat als er geschreeuwd wordt tegen mensen de meeste mensen dan terugschreeuwen en als iemand kwaad is op een ander die ander kwaad terug doet, dus codependent..

Gurdjieff begreep dat principe heel goed. In de trainingsgroep van Gurdjieff zat een man die iedereen schoffeerde en beledigde en negatief was. Op een dag besloot die man de groep te verlaten tot grote opluchting van iedereen behalve Gurdjieff, die deed z’n best om hem terug te halen, de man wilde dat niet en toen bood Gurdjieff hem zelfs geld en toen kwam hij terug tot ontzetting van de andere studenten, die daar niets van snapten. Gurdjieff zei:’ Als jullie van iemand kunnen leren om onder alle omstandigheden vriendelijk en liefdevol te zijn is het juist van deze man’

De Dalai Lama weet dat ook en noemde de Chinese leider Mao, die Tibet binnenviel, z’n grootste leraar, de Dalai Lama liet zich door het gedrag van Mao niet verbitteren en niet woedend maken maar bleef vriendelijk en liefdevol omdat dat z’n aard is. Hij zegt ook dat z’n religie liefdevolle vriendelijkheid is. And he walks his talk.

Bron: Boek ‘Levensinspiraties’ – Henny Bos (verschijnt najaar 2012)