Berichten

De paranormale ‘meester’

Ik ontmoette bij Wim ooit een man, ik zal hem Jacob noemen, die zich een paranormale meester noemde en Wim begeleide en hem vertelde wat hij moest denken, voelen en doen. Aan alles kon je merken dat hij zich ten opzichte van Wim superieur voelde en ik beschouwde dat als pathologisch. Ik zei toen tegen Jacob dat hij van Wim nog heel wat over fijngevoeligheid kon leren.

Vol afschuw trok Jacob z’n neus op,  hij wat leren van Wim dat was voor hem onvoorstelbaar en niet mogelijk. Jacob was heel hoekig, z’n spraak was staccato en hard en ook z’n lichaamstaal verraadde rigiditeit. Z’n ogen waren heel dwingend en strak net als op de afbeelding bij dit verhaal. Toen zei Jacob:’Jij bent een deel van mij’. Ik zei toen:’Ik wist niet dat jij God was, want ik ben inderdaad een deel van God, van het geheel’.

Jacob was niet gewend aan tegenspraak en lachte wat nerveus. Hij was gewend de lakens uit te delen en dat mensen doen wat hij zegt en zn mening volgen. Hij was ook heel dominant. Niet dat me dat stoorde maar het wijst op onzekerheid en lage eigenwaarde die wordt overgecompenseerd.

Later hoorde ik van Wim dat hij jonge meisjes tijdens een therapeutische sessie had aangerand en nu een straf uitzat in de bajes, misschien komt deze valse meester daar wel tot bezinning. Er lopen meer gekken los dan er vast zitten.

 

Droom 22-12-2011

Ik droomde 22-12-2011 over een collega die ik Karel zal noemen. Karel had het over echtheid, authenticiteit en ik zei toen:’Dat moet jij nodig zeggen met je zonnebril en helm op, je verstopt je, schermt je af’. Ik deed z’n zonnebril en helm af en vroeg hem of hij me aan wilde kijken, dat durfde hij niet. Toen pakte ik z’n hoofd in m’n handen en draaide dat naar mijn gezicht toe en toen verdwenen z’n ogen. Op de plek waar z’n ogen hadden gezeten trok de huid samen en ontstonden en er soort navels(Moet ik niet zoveel navelstaren?). Met een zonnebril en helm op heb je een beschermende houding en dan kun je niet leren en openstaan en is er geen echte communicatie mogelijk en dat gaf me een machteloos gevoel.

Ik moest aan de film Nel denken die zei:’Jullie bouwen grote torenflats en maken grote machines maar jullie zien elkaar niet, kijken naar zien niet’. Ik besef dat ik ook niet zoveel zie en dat ik in m’n droom gespiegeld word en over echtheid gesproken, ik probeer zo authentiek mogelijk te zijn en durf anders te zijn en me toch verbonden te voelen. Ik wil inderdaad graag dat anderen me zien en dat velen inderdaad geen ogen hebben Khalil Gibran zei:’Waarom hebben we medelijden met de blinden van oog en niet met de blinden van hart’.

Ik besef dat ik me er niet mee had moeten bemoeien(don’t interfere zeggen de Amerikanen), ik had  Karel z’n zonnebril en helm moeten laten zitten en hem accepteren zoals hij is, zoals ik dat bij mezelf ook mag doen.